zaterdag 23 februari 2013

48: De bloemenjongen

Afgelopen vrijdag stond hij weer voor mijn deur.
Het was rond een uurtje of zes in de avond.
De deurbel ging.
Ik deed de deur open en daar stond hij.
Oud en vertrouwd met zijn bloemenemmer.
Met de vraag of ik nog bloemen wilde hebben.
Dubbele narcissen: een bosje voor 2,50; 3 voor 6 euro.

Al jaren komt op vrijdagmiddag de bloemenjongen bij ons langs.
Eerst zijn broer, en nu deze jongeman.
Met bloemen van het land van zijn vader.
Narcissen, dubbele narcissen, tulpen, hyacinten.
En ik koop altijd wel een bosje.
Alleen al voor de moeite die hij neemt om door weer en wind langs de deuren te gaan met zijn emmer met bloemen.
En ik moet zeggen dat de bloemen ook altijd lang en mooi staan.


Het leuke is dat toen ik zijn broer ooit tegenkwam, die toen heel enthousiast kranten stond te verkopen in plaats van bloemen, hij mij herkende.
Is dit iets van het dorp? Ons kent ons; werk dat generaties wordt doorgegeven?
Ik houd er wel van.
Ik ben het meisje van de Albert Heijn, hij is de bloemenjongen.
Grappig is ook dat als ik mijn moeder zeg dat ik de bloemenjongen daar en daar zag, zij ook precies weet over wie ik het heb. Wat zijn echte naam is, weet ik eigenlijk niet. Hoef ik ook niet te weten. Bloemenjongen is prima.
Mijn bloemenjongen.

Later, als ik op mijzelf woon, wil ik ook een bloemenjongen.
Maar kan dat als je in de stad wilt wonen?
Vast wel. Gewoon een bakfiets volladen met bloemen en hup de stad door.
En anders is er vast wel ergens een bloemenstalletje waar ik vaste klant zal worden.
Daar ergens in de stad op de hoek van de straat. Of op de markt.
Misschien moet dat op mijn wensenlijstje erbij komen voor de locatie van een huisje voor mijzelf:
‘een bloemenstal op drie minuten fietsen.’

Dan ben ik al snel gelukkig.
Daar word ik blij van.
Zo eenvoudig lijkt geluk te zijn.
Een bloemenjongen op vrijdagmiddag.
Even snel op de fiets naar de bloemenstal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten